Klanten van een bar in Brest aangevallen met honkbalknuppels, de burgemeester hekelt een "extreemrechtse groep"

Zo'n 1.400 mensen gingen zondag 21 september de straat op in Brest (Finistère) om "nee te zeggen tegen het fascisme" na een gewelddadige aanval die door burgemeester François Cuillandre werd toegeschreven aan een "extreemrechtse groepering".

De dag ervoor, kort na middernacht, bestormden zo'n twintig mannen met capuchons het terras van het "Café de la plage" om de klanten van deze bar, bekend om zijn linkse standpunten, gewelddadig aan te vallen. Sommige aanvallers waren gewapend met honkbalknuppels, aldus lokale media, waaronder Ouest-France , die melding maakten van enkele lichtgewonden.

"Ze sloegen toe en gingen meteen weer weg (...) Het was extreem gewelddadig, ze gooiden met tafels, stoelen, glazen, ze vlogen overal doorheen", vertelde een klant op een nabijgelegen terras aan France Bleu .

Politie en brandweerlieden, die ter plaatse waren gestuurd, confronteerden de aanvallers. "Ze gooiden stenen en glazen flessen naar de politieagenten die de interventiezone van de brandweer bewaakten", vertelde een vertegenwoordiger van de vakbond Unsa Police aan Ouest-France.

In een verklaring op Facebook beschreef de socialistische burgemeester van Brest, François Cuillandre, "uiterst ernstige gebeurtenissen, blijkbaar van tevoren gepland en aangewakkerd door een kleine extreemrechtse groep."

De burgemeester "veroordeelt dergelijke misstanden in de krachtigste bewoordingen" en roept "iedereen op om in deze context van spanning terughoudendheid te betrachten en kalm te blijven."

"Gisteren hebben extreemrechtse criminelen op georganiseerde en weloverwogen wijze mensen aangevallen die vreedzaam op een terras in Brest zaten", aldus Pierre-Yves Cadalen, parlementslid voor de LFI-fractie in Finistère.

De autoriteiten hebben nog geen commentaar gegeven op mogelijke arrestaties. De prefectuur Finistère, geciteerd door Ouest-France, gaf aan dat het parket van Brest een onderzoek heeft ingesteld.

Eind augustus startte het Openbaar Ministerie een onderzoek naar zwaar geweld na de aanval op activisten van La France Insoumise , waaronder de compagnon van parlementslid Pierre-Yves Cadalen, door mannen met een bedekt gezicht. De partij hekelde een aanval van "extreemrechts".